Satan
Niet te verwarren met: satan |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Satan (hulp, bestand)
- IPA: /ˈsatɑn/, /saˈtɑn/
Woordafbreking
- Sa·tan (gangbare Nederlandse versie)
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘duivel’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'tegenstander, aanklager' [2]
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Satan | Satans | - |
verkleinwoord | - | - | - |
Eigennaam
Satan m
- (Jiddisch-Hebreeuws) de Duivel, het hoofd van de duivels, verpersoonlijking van het kwaad
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord Satan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "Satan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.