Schpuck

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ʃpuːk /
Woordafbreking
  • Schpuck
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Schpuckder SchpuckSchpuckedie Schpucke
datief me Schpuckem SchpuckSchpuckede Schpucke
accusatief en Schpuckder SchpuckSchpuckedie Schpucke

Zelfstandig naamwoord

Schpuck, m

  1. spook
    «Die Escheputtel un der Keenichsoh danse der ganze Owed
    Assepoester en de koningszoon dansen de hele avond.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.