Schwegel
Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- Schwe·gel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Schwegel | die Schwegeln |
genitief | der Schwegel | der Schwegeln |
datief | der Schwegel | den Schwegeln |
accusatief | die Schwegel | die Schwegeln |
Zelfstandig naamwoord
Schwegel v
- (muziekinstrument) zwegel, rechte eenhandsfluit met 3 gaten
- (muziekinstrument), (middeleeuwen): fijfer, kleine dwarsfluit met 6 of 7 gaten
- (muziekinstrument) oud orgelregister
Synoniemen
- [1] Galoubet, Trommelflöte
- [2] Schwegelpfeife, Seitlpfeife, Seitnpfeife
Hyperoniemen
- [1,2] Musikinstrument, Aerofon, Holzblasinstrument
Afgeleide begrippen
- [1,2] Schwegelbläser, Schwegler
Verwante begrippen
- [1] Blockflöte, Einhandflöte, Flabiol, Flageolett
- [2] Querflöte, Pikkoloflöte
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.