Spanier
Duits
Uitspraak
- Geluid: Spanier (hulp, bestand)
- IPA: /ˈʃpa:ni̯ɐ/
Woordafbreking
- Spa·ni·er
Woordherkomst en -opbouw
- Afleiding van toponiem Spanien
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Spanier | die Spanier |
genitief | des Spaniers | der Spanier |
datief | dem Spanier | den Spaniern |
accusatief | den Spanier | die Spanier |
Zelfstandig naamwoord
Spanier m
Hyperoniemen
- Europäer
Verwante begrippen
Demoniemen bij Spanien in het Duits | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Spanier • inwoonster: Spanierin • bijvoeglijk: spanisch |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.