Waggon

Duits

Uitspraak
  • IPA: /va'goːn/, /va'gɔŋ/
Woordafbreking
  • Wag·gon

Zelfstandig naamwoord

Waggon m

  1. wagon
    «Der Zug führte 40 Waggons mit sich.»
    De trein nam 40 wagons met zich mee.
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.