Wetter

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Wetter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɛtɐ/
Woordafbreking
  • Wet·ter

Zelfstandig naamwoord

Wetter o

  1. (meteorologie) weer


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Wet·ter
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Wetteres Wetter--
datief me Wetterem Wetter--
accusatief en Wetteres Wetter--

Zelfstandig naamwoord

Wetter, o

  1. (meteorologie) weer
    «Es Wetter wechselt oft un geschwindt.»
    Het weer verandert vaak en snel.
Schrijfwijzen
Hyponiemen
  • Schneeschtarm
  • Schneeschtorm
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.