Wochenend
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈvɔxənɛnd /
Woordafbreking
- Wo·chen·end
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van Woch zn "week" en End zn "eind" met het invoegsel -en-
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Wochenend | es Wochenend | Wochenende | die Wochenende |
datief | me Wochenend | em Wochenend | Wochenende | de Wochenende |
accusatief | en Wochenend | es Wochenend | Wochenende | die Wochenende |
Zelfstandig naamwoord
Wochenend, o
- (tijdrekening) weekend
- «Des Wochenend waar ich eigelaade fer en Schwetz in Laengeschder zu gewwe.»
- Dit weekend was ik uitgenodigd om een toespraak te houden in Lancaster.
- «Des Wochenend waar ich eigelaade fer en Schwetz in Laengeschder zu gewwe.»
Schrijfwijzen
- Wochend zn
Opmerkingen
- Duits: Wochenende, o
- Engels: weekend
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.