aanduwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanduwen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈandywə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·du·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanduwen
duwde aan
aangeduwd
zwak -d volledig

Werkwoord

aanduwen

  1. vaster duwen
  2. overgankelijk verplaatsen door te duwen
    • Wegens een startprobleem moesten we de auto aanduwen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanduwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.