aangelegenheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aangelegenheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaŋɣəˌleɣə(n)hɛit/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·ge·le·gen·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aangelegenheid aangelegenheden
verkleinwoord aangelegenheidje aangelegenheidjes

Zelfstandig naamwoord

deaangelegenheidv

  1. zaak, kwestie
     Een dergelijke aangelegenheid bracht haar in een toestand van gespannenheid die, ten aanzien van de kwestie zelf, buiten alle proporties was.[2]
     Het afscheid van de gestorven graaf is officieel een privéaangelegenheid. Maar een rouwstoet met vijfhonderd genodigden die van de Grote Kerk in het centrum van Almelo naar het mausoleum op het grafelijke landgoed ten oosten van de stad wandelt is ook een publieke aangelegenheid.[3]
  2. belang
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aangelegenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. aangelegenheid op website: Etymologiebank.nl
  2. Victoria Holt
    “Vlucht van de zeven zwaluwen” (1992), Saga, ISBN 9788726484892
  3. Weblink bron
    Henk van Schuppen
    “Uitvaart Heer van Almelo: nog één keer passeert graaf Van Rechteren de Limpurgsingel” (22-11-2019), Tubantia
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.