aanpoten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanpoten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈampotə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·po·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en poten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanpoten |
pootte aan |
aangepoot |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aanpoten
- inergatief (informeel) flink doorwerken
- Er werd flink aangepoot.
- overgankelijk nieuwe gewassen poten
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- aanpootster, aanpoter, aanpoting
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aanpoten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanpoten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.