aanreiken

Niet te verwarren met: aanrijken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanreiken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanrɛikə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·rei·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanreiken
reikte aan
aangereikt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanreiken

  1. overgankelijk overreiken, iemand iets aangeven waarbij je je moet uitrekken
     Wat gebeurt er dan? Hij vreet zich dood. Jochem Hundertmark had zich letterlijk doodgegeten. En de overdosis was hem aangereikt door de koks van het Paraiso.[1]
     Tweemaal moest ze haar relaas onderbreken om haar waterige ogen met het zakdoekje te deppen dat Denise haar aanreikte.[1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanreiken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.