aansnijden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aansnijden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈansnɛidə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·snij·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aansnijden
sneed aan
aangesneden
klasse 1 volledig

Werkwoord

aansnijden

  1. overgankelijk het eerste stuk er afsnijden
  2. overgankelijk over iets beginnen
  3. (sport) de bal met de binnen- of buitenkant van de voet naar een medespeler schieten
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aansnijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.