aanvalsspeler

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvalsspeler    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·vals·spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanvalsspeler aanvalsspelers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deaanvalsspelerm

  1. (sport) sporter die vooral goed kan aanvallen
  2. (sport) sporter die aanvalt op een bepaald moment in de wedstrijd
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord aanvalsspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.