aardappelkelder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aardappelkelder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aard·ap·pel·kel·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aardappel zn en kelder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardappelkelder | aardappelkelders |
verkleinwoord | aardappelkeldertje | aardappelkeldertjes |
Zelfstandig naamwoord
de aardappelkelder m [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'aardappelkelder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.