abekat
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈæːbəˌkad /
Woordafbreking
- a·be·kat
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 18385 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | abekat | abekatten | abekatte | abekattene |
genitief | abekats | abekattens | abekattes | abekattenes |
Zelfstandig naamwoord
abekat, g
- (informeel), meestal (jongerentaal) aap, aapje
- (pejoratief) een onbeschaafde persoon, aap
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- [1]: abekattestreg
Verwijzingen
- abekat in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.