aboma
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aboma (hulp, bestand)
- IPA: / aˈboma / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- abo·ma
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Sranantongo [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aboma | aboma's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aboma v / m
- (reptielen) zeer grote en zware wurgslang uit het geslacht Eunectes
- (straalvinnigen) bepaald soort vis, Aboma etheostoma , uit een monotypisch geslacht in de familie van grondels
Synoniemen
- [1] anaconda, waterboa
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
- abomavet
Gangbaarheid
- Het woord aboma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.