anaconda

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  anaconda    (hulp, bestand)
  • IPA: /anaˈkɔnda/
Woordafbreking
  • ana·con·da
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘slang’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • via Latijn (neologisme) anacandaia van Singalees හෙනකඳයා (henakandayā) "naam voor een grote slang in Sri Lanka" [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord anaconda anaconda's
verkleinwoord anacondaatje anacondaatjes

Zelfstandig naamwoord

deanacondav/m

  1. (reptielen) zeer grote en zware wurgslang uit het geslacht Eunectes  in het bijzonder Eunectes murinus 
     We kleuren een slang in en knippen hem dan netjes uit terwijl we feitjes leren over de anaconda.[3]
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord anaconda staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • a·na·con·da
enkelvoud meervoud
anaconda anacondas

Zelfstandig naamwoord

anaconda v

  1. (reptielen) anaconda

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.