abonnementskaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  abonnementskaart    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • abon·ne·ments·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord abonnementskaart abonnementskaarten
verkleinwoord abonnementskaartje abonnementskaartjes

Zelfstandig naamwoord

deabonnementskaartv/m

  1. bewijs dat aangeeft dat iemand het recht geeft om gedurende een bepaalde periode ergens gebruik van te maken
     En het zwembad kwam je ook binnen met een geleende abonnementskaart.[2]
     Intern is dat nog een punt van discussie, maar ik ga ervan uit dat iedereen die voor zijn abonnementskaart een pasfoto wil afstaan ook hiermee akkoord kan gaan.[3]
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord abonnementskaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
  3. Weblink bron
    Johannes Visscher
    “Tegengas” (7 februari 2006), Reformatorisch Dagblad
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.