accumulator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  accumulator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ac·cu·mu·la·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘energiereservoir’ voor het eerst aangetroffen in 1875 [1]
  • Naamwoord van handeling van accumuleren met het achtervoegsel -ator [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord accumulator accumulatoren
accumulators
verkleinwoord accumulatortje accumulatortjes

Zelfstandig naamwoord

deaccumulatorm

  1. (elektrotechniek) toestel dat de opeenhoping van elektrische lading mogelijk maakt, accu
  2. register in een rekenmachine waarin de hoofdbewerkingen plaatsvinden (zoals optellen)
Hyponiemen
  • flitsaccumulator, loodaccumulator
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord accumulator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.