achteraf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  achteraf    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɑxtərˈɑf/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ach·ter·af
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

achteraf

  1. na afloop
    • Achteraf is makkelijk praten. 
     Achteraf realiseerde ze zich dat er hoogstwaarschijnlijk een sussend, enigszins lacherig antwoord op haar paniekerige belletje was gevolgd.[2]
  2. in een afgelegen hoek, ver, alleen
    • De verlegen man stond altijd wat achteraf de wereld te observeren. 
Antoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord achteraf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.