ver

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ver    (hulp, bestand)
  • IPA: /vɛr/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • ver
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ververderverst
verbogen verreverdereverste
partitief versverders-

Bijvoeglijk naamwoord

ver

  1. afgelegen
    • Jij hebt wel in verre landen gewoond. 

Bijwoord

ver

  1. op grote afstand
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
 Je mag best kritiek hebben, maar de scheldwoorden die je gebruikt gaan te ver. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Latijn

Uitspraak
  • IPA: /weːr/
Woordafbreking
  • ver

Zelfstandig naamwoord

vēr o

  1. lente
Verbuiging
Overerving en ontlening

Portugees

Uitspraak
  • IPA: /'veɾ/
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ver
via
visto
volledig

Werkwoord

ver

  1. zien

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /'beɾ/
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ver
veía
visto
volledig
Woordafbreking
  • ver

Werkwoord

ver

  1. zien, opmerken, kijken, bekijken, aanschouwen, turen, staren
Synoniemen

Hongaars

Uitspraak
  • IPA: /ˈvɛr/

Werkwoord

ver

  1. slaan
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.