achterkleinkind

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  achterkleinkind    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑxtərklɛɪŋkɪnt/
Woordafbreking
  • ach·ter·klein·kind
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterkleinkind achterkleinkinderen
verkleinwoord achterkleinkindje achterkleinkindjes

Zelfstandig naamwoord

hetachterkleinkindo

  1. (familie) het kind van iemands kleinkind
    • Ik heb geen contact met mijn achterkleinkind. 
     En zoals dat gaat op een camping wordt ook iedereen uitgenodigd om langs te komen voor een kop koffie. Als kinderen, kleinkinderen of achterkleinkinderen een nachtje willen komen slapen, wordt dat ook geregeld.[3]
Hyponiemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord achterkleinkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.