achterraam
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: achterraam (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ach·ter·raam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van achter bw en raam zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterraam | achterramen |
verkleinwoord | achterraampje | achterraampjes |
Zelfstandig naamwoord
het achterraam o
- (bouwkunde) raam aan de zijkant van een gebouw of voertuig
- ▸ Ook een woning werd geraakt. Een verdwaalde kogel kwam daar door het raam via een lampenkap en vloog door het achterraam weer naar buiten. Het echtpaar dat daar woont, dook naar de grond.[2]
- ▸ De auto zonk steeds verder weg en de vrouw dreigde te verdrinken. Een van de agenten pakte daarop een stuk rots en sloeg het achterraam in zodat ze de vrouw eruit konden halen.[3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord achterraam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Schutters doorzeven mogelijk verkeerde auto” (01-12-2016), NOS
- ↑ Weblink bron “Politie redt vrouw uit zinkende auto” (17-02-2015), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.