achtertuin

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  achtertuin    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ach·ter·tuin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achtertuin achtertuinen
verkleinwoord achtertuintje achtertuintjes

Zelfstandig naamwoord

deachtertuinm

  1. een tuin aan de achterzijde van een huis
    • Ze zaten gezellig in hun achtertuintje. 
     Ze vertelde me uitgebreid dat ze zo van het hiker season hield, wanneer er talloze mensen (‘…met die heerlijke zweetgeur’) in haar achtertuin verbleven.[2]
Antoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord achtertuin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. achtertuin op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.