achterwiel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  achterwiel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑxtərˌwil/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ach·ter·wiel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterwiel achterwielen
verkleinwoord achterwieltje achterwieltjes

Zelfstandig naamwoord

hetachterwielo

  1. Het achterste wiel bij een voortuig met meerdere wielen in de lengterichting
    • Een fietsketting drijft het achterwiel aan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord achterwiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.