acteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  acteren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ac·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘toneelspelen’ voor het eerst aangetroffen in 1843 [1]
  • afgeleid van het Franse acte (met het achtervoegsel -eren) [2]
  • [3] onder invloed van Engels  act ww .
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
acteren
acteerde
geacteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

acteren [3]

  1. (kunst) inergatief een rol vervullen in een toneelspel
    • Zij had vele jaren verdienstelijk geacteerd voordat ze een televisieshow aangeboden kreeg. 
  2. doen alsof, een rol spelen
    • De hysterische patiënte acteerde weer dat ze verlamd was. 
     Er waren momenten dat acteren slechts aan acteurs voorbehouden was.[4]
  3. beslissend handelen, opereren
     Hendrix zou volgens Frank Arnesen ook zijn aangetrokken omdat hij breed inzetbaar is. Hij zou, in noodgevallen, ook in de defensie kunnen acteren.[5]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord acteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.