adagio

Niet te verwarren met: adagium

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  adagio    (hulp, bestand)
  • IPA: /aˈda­dʒi­jo/, /aˈda­dʒo/
Woordafbreking
  • ada·gio
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘bijwoord: bedaard’ voor het eerst aangetroffen in 1772 [1]
  • van Italiaans adagio [2]

Bijwoord

adagio

  1. (muziek) in een rustig tempo gespeeld, ongeveer 66 tot 76 tellen per minuut
    • Heeft een danser een goede technische uitleg waarom er adagio gedanst wordt waar Tsjaikovski moderato heeft voorgeschreven dan kan ik daar begrip voor opbrengen. [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord adagio adagio's
verkleinwoord - -
Afgeleide begrippen
  • adagio ma non troppo
  • adagissimo
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

hetadagioo

  1. (muziek) bedaard klinkend stuk klassieke muziek
    • Ik zet het album op de standaard en blader tot ik het adagio gevonden heb. [4]

Gangbaarheid

  • Het woord adagio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Italiaans

Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

adagio

  1. rustig, langzaam

Zelfstandig naamwoord

adagio m

  1. (muziek) adagio, bedaard klinkend stuk klassieke muziek
  2. adagium, stelregel, spreuk
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.