afdronk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afdronk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·dronk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afdronk afdronken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deafdronkm

  1. laatste gewaarwording bij het proeven of drinken van wijn

Werkwoord

vervoeging van
afdrinken

afdronk

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afdrinken
    • ... dat ik afdronk. 
    • ... dat jij afdronk. 
    • ... dat hij, zij, het afdronk. 

Gangbaarheid

  • Het woord afdronk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.