afrunr

Oudnoords

Woordafbreking
  • af·runr
m
[sterk-i]
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   afrunr         afrunir        
genitief   afruns         afruna        
datief   afrun         afrunum        
accusatief   afrun         afruni        

Zelfstandig naamwoord

afrunr m

  1. misdaad, misdrijf, onrecht, overtreding, zonde
  2. ongerechtigheid, onrechtvaardigheid
Synoniemen
  • [1]: refjur
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.