afweermiddel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afweermiddel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·weer·mid·del
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van afweren ww en middel zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | afweermiddel | afweermiddelen |
| verkleinwoord | afweermiddeltje | afweermiddeltjes |
Zelfstandig naamwoord
het afweermiddel o
- (bovennatuurlijke) zaak die bescherming biedt tegen schadelijke invloeden
- ▸ De traditie schijnt gestoeld op bijgeloof. Geblakerd hout uit de boake, in vroeger dagen gestookt tegen boze geesten, zou een ultiem afweermiddel zijn tegen brand en bliksem, werd verondersteld. Jongeren van nu weten wel beter, maar het plezier van elkaar 'besmeuren' blijkt er niet minder om.[1]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord afweermiddel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Alleen in Markelo: zwart maken bij paasvuur” (27-03-2016), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.