afwezen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afwezen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·we·zen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afwezen -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetafwezeno

  1. het afwezig zijn [2]

Werkwoord

vervoeging van
afwijzen

afwezen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afwijzen
    • ...dat wij afwezen. 
    • ...dat jullie afwezen. 
    • ...dat zij afwezen. 
     Toen ze hem afwezen, heeft hij een arts in elkaar geslagen.[3]
     Er waren genoeg mensen die Galtons ideeën afwezen.[4]

Gangbaarheid

  • Het woord afwezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.