agudo

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /aˈɣu.ðo/
Woordafbreking
  • a·gu·do
enkelvoud meervoud
agudo agudos

Zelfstandig naamwoord

agudo m

  1. (muziek) hoge toon
  enkelvoud meervoud
mannelijk agudo agudos
vrouwelijk aguda agudas

Bijvoeglijk naamwoord

agudo

  1. scherp, schel, schril, scherpklinkend (geluid)
  2. acuut (ziekte)
  3. intelligent, pienter, schrander
  4. beklemmend, smartelijk
  5. nauwlettend
  6. snedig , gevat, raak
  7. puntig
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.