akte

Niet te verwarren met: åkte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  akte    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑktə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ak·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ambtelijk stuk’ voor het eerst aangetroffen in 1346-49.[1]
  • Leenwoord uit Frans acte ‘het behandelde, de overeenkomst’, ontleend aan Latijn ācta ‘de behandelde dingen, openbare verhandelingen, notulen’, meervoud van āctus ‘handeling, daad; oorkonde’, het zelfstandig gebruikte voltooid deelwoord van agere ‘doen, handelen’, waaruit ageren.[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord akte akten
aktes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deaktev/m

  1. (juridisch) stuk waarin feiten, rechtshandelingen of afspraken zijn vastgelegd, dat is opgesteld om als bewijs te dienen
    Soms stelt de wet als eis dat dit door een daartoe bevoegd openbaar ambtenaar gebeurt, men spreekt dan van een authentieke akte.
    • De ambtenaar van de burgerlijke stand maakte de geboorteakte op. 
    • In de notariële koopakte stond dat er een arfdienstbaarheid rust op het perceel grond van het pand. 
    • De visser haalde zijn visakte op bij het stadhuis. 
  2. (toneel) onderdeel van een theatervoorstelling
    • In de laatste akte van het toneelstuk overleed de held van het verhaal. 
Hyponiemen
  • authentieke akte, onderhandse akte
    • notariële akte
      • partij-akte, proces-verbaal-akte
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord akte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Noors

Woordafbreking
  • ak·te
Naar frequentie 46407

Werkwoord

akte

  1. verleden tijd van ake

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /aktɛ/

Zelfstandig naamwoord

akte

  1. vocatief enkelvoud van akt
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.