ama

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ama    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈama/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ama
Woordherkomst en -opbouw
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord ama ama's
verkleinwoord amaatje amaatjes

Zelfstandig naamwoord

[A]deamam

  1. kind dat zonder ouders naar een ander land is gereisd en daar als vluchteling wil worden toegelaten
     De Maastrichtse rechter René Kleijkers ziet bij de Raad van State „een rotsvast geloof in de minister”. Zo zei minister Verdonk in 2004 dat alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) best naar Angola konden terugkeren, omdat daar tijdelijke opvang was. Toen een Angolese ama in 2005 bij de Raad van State aanvoerde dat het betreffende project inmiddels was beëindigd, werd dit ter zitting namens de minister ontkend.[4]
Hyponiemen
  • ex-ama
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord ama ama's
ama
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

[B]deamav

  1. (beroep) Japanse vrouw die op een traditionele manier in zee duikt naar oesters en andere zeevruchten
     'Altijd leuk dat je bij me komt zitten, maar zou je vandaag niet naar parels gaan duiken?' 'Nee, vandaag niet,' antwoordde Akiko () Moeder zegt dat ik eigenlijk te oud ben om met dat soort mensen om te gaan. Ze zegt dat het werk van een ama niet past bij een dame van de samoeraiklasse en ze heeft het verboden.[5]

[B]deamamv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ama
     Ama kunnen in een getijdenstroom terechtkomen of door haaien worden aangevallen.[5]
Synoniemen
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord ama staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
34 %van de Nederlanders;
17 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

ama

  1. (chattaal) naar mijn mening
    «ama y ras (A mon avis il n'y a rien à signaler.)»
    Volgens mij is er niets op te merken. [1]
Anagrammen

Verwijzingen

Guarani

Zelfstandig naamwoord

ama

  1. regen
Anagrammen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
amar

ama

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amar
Anagrammen

Tagalog

Zelfstandig naamwoord

ama

  1. vader
Anagrammen

Talossaans

enkelvoud meervoud
ama amas

Zelfstandig naamwoord

ama v

  1. (familie) grootmoeder
Anagrammen

Turks

Bijwoord

ama

  1. echter, maar
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.