amateurtoneel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: amateurtoneel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ama·teur·to·neel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van amateur zn en toneel zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amateurtoneel | |
verkleinwoord | amateurtoneeltje | amateurtoneeltjes |
Zelfstandig naamwoord
het amateurtoneel o
- (toneel) toneelspel dat gespeeld wordt door liefhebbers
- ▸ "Het amateurtoneel ligt behoorlijk plat", ziet Harmen Kramer van Toneeluitgever Vink. "Sommige verenigingen stoppen er helemaal mee. Het is heel triest."[2]
- ▸ Veel gemeenten willen het komende jaar nog meer bezuinigen op hun budget voor kunst en cultuur. Dus minder geld voor de muziekschool en het amateurtoneel. Dat blijkt uit een enquête die Nieuwsuur hield onder alle gemeenten in het land.[3]
Verwante begrippen
- amateurtoneelspeler, amateurtoneelgezelschap, schooltoneel, amateurtheater
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord amateurtoneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Annemieke van Put“Corona raakt amateurtoneel: 'Maar online voorstelling paste perfect in dit jaar'” (VR 25 DECEMBER 2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Gemeenten bezuinigen verder op kunst en cultuur” (15-12-2015), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.