ambachtsbaas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ambachtsbaas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • am·bachts·baas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ambachtsbaas ambachtsbazen
verkleinwoord ambachtsbaasje ambachtsbaasjes

Zelfstandig naamwoord

deambachtsbaasm [1]

  1. baas die een ambacht uitvoert; leidinggevende ambachtsman
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'ambachtsbaas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.