amfibie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  amfibie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɑmfiˈbi/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • am·fi·bie
Woordherkomst en -opbouw
  • van Neolatijn amphibium, in de betekenis van ‘periodiek in het water levend dier’ aangetroffen vanaf 1698 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord amfibie amfibieën
verkleinwoord amfibietje amfibietjes

Zelfstandig naamwoord

deamfibiem

  1. (dieren) gewerveld dier dat zijn leven als een soort visje in het water begint en bij het opgroeien van gedaante verandert en op het land komt wonen
    • Een kikker is een van de meest bekende amfibieën. 
  2. amfibievoertuig
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Hyponiemen
  • zie de categorie: Amfibieën in het Nederlands
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord amfibie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord amfibie amfibieë

Zelfstandig naamwoord

amfibie m

  1. (amfibieën) amfibie
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.