ansjovisvangst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ansjovisvangst    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • an·sjo·vis·vangst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ansjovisvangst ansjovisvangsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deansjovisvangstv [1]

  1. (visserij) het vissen op ansjovis
  2. (visserij) de hoeveelheid door vissers gevangen ansjovis
     Volgens diplomatieke bronnen werd het akkoord unaniem aangenomen. Lastige punten waren de ansjovisvangst, waarbij Frankrijk en Spanje tegenover elkaar stonden, en de kabeljauwvisserij.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord ansjovisvangst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “EU-ministers akkoord over visquota” (Donderdag 21 december 2006 om 00:00), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.