apothekersassistente

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  apothekersassistente    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • apo·the·kers·as·sis·ten·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord apothekersassistente apothekersassistentes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deapothekersassistentev

  1. (beroep) (farmacologie) vrouw die in een apotheek werkt onder leiding van een apotheker
     Ìmke is apothekersassistente geweest,'zei Tinus. Hij klonk trots.[2]
     Een apothekersassistente vult de capsules met het medicijn[3]

Gangbaarheid

  • Het woord 'apothekersassistente' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  3. Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “AMC zet farmaceut buitenspel met eigen medicijn” (05-04-2018,), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.