appelschijf
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: appelschijf (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ap·pel·schijf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van appel zn en schijf zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | appelschijf | appelschijven |
verkleinwoord | appelschijfje | appelschijfjes |
Zelfstandig naamwoord
de appelschijf v / m
- (voeding) afgesneden plak van een appel
- ▸ Wat ze ook deden en waar ze ook waren, elke keer als zij een taxibon aanpakte of als hij een onkostendeclaratie naar de arrondissementsrechtbank van Stockholm stuurde, moesten ze zich afvragen: Wat gebeurt er als dit in Expressen terechtkomt? Toen hij ganzenleverterrine met ingemaakte appelschijfjes en een fantastische vendange tardive uit de Elzas had voorgesteld als voorgerecht was haar Expressen-alarm afgegaan.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'appelschijf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.