applicatiewerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: applicatiewerk (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɑpliˈka(t)siˌwɛrək / (5 of 6 lettergrepen)
Woordafbreking
- ap·pli·ca·tie·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van applicatie zn en werk zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | applicatiewerk | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het applicatiewerk o
- (textiel) ornamentaal oplegwerk
- ▸ Het hier gegeven model, (…), aanwezig in het Rijksmuseum, is van roomkleurig damast met applicatiewerk in stijl opgewerkt.[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'applicatiewerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Heyden, B. van der“Stijl in huis” (1947), Holdert, p. 75 kol. 1
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.