arendsneus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  arendsneus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • arends·neus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arendsneus arendsneuzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dearendsneusm [1]

  1. een grote, haakvormige neus
     Toen merkte ik zijn ogen op, dat donkere blauw dat je in een pauweveer ziet, de tamelijk grote arendsneus, een aanduiding van de arrogantie die ik ongetwijfeld in hem zou aantreffen, en de lange, vrij dunne lippen, die cynisme of zinnelijkheid uitdrukten, misschien wel allebei.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord arendsneus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Victoria Holt
    “De geheimzinnige echtgenoot” (1976), Saga, ISBN 9788726955644
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.