ark

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ark    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑrk/
Woordafbreking
  • ark
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘woonschuit’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1642 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ark arken
verkleinwoord arkje arkjes

Zelfstandig naamwoord

dearkv/m

  1. een vaartuig om in te wonen
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) kast voor de Torarollen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ark staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  • Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Engels

Woordafbreking
  • ark

Zelfstandig naamwoord

ark

  1. ark

Turks

Zelfstandig naamwoord

ark

  1. boog, cirkel.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.