atriumfibrilleren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  atriumfibrilleren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • atri·um·fi·bril·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord atriumfibrilleren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetatriumfibrillereno

  1. (medisch) een hartritmestoornis waarbij de boezems (atria) van het hart niet meer zoals normaal samentrekken na een ontlading van de sinusknoop maar veel te snel en onregelmatig samentrekken
     Eerder zei de moleculair en celbioloog tegen Trouw "een link op het spoor te zijn" wat betreft de chemicaliën die worden gebruikt om onkruid en ongedierte te bestrijden in de land- en tuinbouw. "Uit beginstudies maken we op dat blootstelling aan pesticiden meer kans geeft op boezemfibrilleren, ook wel atriumfibrilleren genoemd. Er zijn nog geen harde conclusies en we werken op dit moment aan een wetenschappelijke publicatie", zegt Brundel tegen de krant.[1]
     De president heeft last van een loopneus, moet regelmatig hoesten en is vermoeid. Een gezondheidsonderzoek van de president voordat hij corona kreeg, wees uit dat hij relatief gezond is. Wel slikte hij medicijnen tegen atriumfibrilleren, een hartritmestoornis die vooral bij oudere mensen veel voorkomt.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'atriumfibrilleren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Lijfarts Biden: toestand president gaat vooruit, reageert goed op medicijnen” (vrijdag 22 juli 2022), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.