autodiefstal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autodiefstal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑutoˌdifstɑl/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • au·to·dief·stal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autodiefstal autodiefstallen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deautodiefstalm

  1. de keer dat een auto gestolen wordt of is
     Hij waarschuwde ons in het bijzonder voor autodiefstallen. Zweden was het ergste land in Europa als het om autodiefstallen ging.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord autodiefstal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.