autolicht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autolicht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·to·licht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autolicht autolichten
verkleinwoord autolichtje autolichtjes

Zelfstandig naamwoord

hetautolichto

  1. (verkeer) verlichting van een auto die een auto zichtbaar maakt in het donker en waardoor de automobilist de omgeving kan zien
     Een automobilist heeft in België een boete gekregen nadat hij met zijn autolichten andere bestuurders had gewaarschuwd voor een snelheidscontrole. Hij kreeg een bekeuring van 116 euro voor ‘oneigenlijk gebruik van het grote licht’.[1]
     Om aan Russische drones te kennen te geven dat hij burger is, staan zijn vier richtingaanwijzers de volledige rit aan. Voor dezelfde reden zet hij in het donker zijn autolichten op. Soldaten rijden altijd zonder.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord autolicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Erik Kouwenhoven
    “Weggebruikers waarschuwen voor snelheidscontroles mag, maar niet op deze manier” (16-01-2023), Tubantia
  2. Weblink bron
    Gert Jochems, Arno Vanhollebeke
    “Oekraïense dierenarts evacueert achtergebleven bewoners uit Chasiv Yar: “Niemand kan begrijpen wat wij meemaakten”” (Donderdag 14 november 2024 om 11:00), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.