babbelarij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  babbelarij    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bab·be·la·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord babbelarij babbelarijen
verkleinwoord babbelarijtje babbelarijtjes

Zelfstandig naamwoord

debabbelarijv [1]

  1. het aanhoudend (inhoudsloos) kletsen, ouwehoeren en roddelen
     Misschien ergert u zich zelfs wel aan al deze 'zinloze babbelarij' en verlangt u terug naar de maandagse nabespreking van Koot en Bie. En wie heeft het er nog over voetbal…?[2]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'babbelarij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Roel Lutkenhaus
    “POLL: Ouwehoeren over boeren?” (27-01-2011), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.