babybus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  babybus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·by·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord babybus babybussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debabybusm

  1. autobus bij o.a. attractieparken waarin allerlei benodigdheden aanwezig zijn voor ouders met baby's
  2. plaats waar wanhopige moeders hun baby anoniem te vondeling kunnen leggen
Synoniemen
Verwante begrippen
  • vondelingkamer

Gangbaarheid

  • Het woord babybus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.