badmuts

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  badmuts    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bad·muts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord badmuts badmutsen
verkleinwoord badmutsje badmutsjes

Zelfstandig naamwoord

debadmutsv/m

  1. (zwemmen), (hoofddeksel) waterdichte muts die vooral vrouwen dragen tijdens het zwemmen met als doel de haren droog te houden en bij wedstrijdzwemmer om de weerstand in het water te verminderen
    • De waterpoloërs van de beide teams waren te herkennen aan hun badmuts van verschillende kleur. 
  2. (persoon) dom persoon
  3. (persoon) persoon met een kaal hoofd
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord badmuts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.