kale

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kale    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ka·le
enkelvoud meervoud
naamwoord kale kalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekalev/m

  1. (persoon) iemand die een kaal hoofd heeft
Synoniemen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

kale

  1. verbogen vorm van de stellende trap van kaal
     Jack was een kale man van in de zestig die 35 jaar geleden zelf de PCT had gelopen.[1]

Werkwoord

vervoeging van
kalen

kale

  1. aanvoegende wijs van kalen

Gangbaarheid

  • Het woord kale staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  kale (AUS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /keɪl/
Woordafbreking
  • kale
enkelvoud meervoud
kale kales

Zelfstandig naamwoord

kale

  1. (groente) boerenkool

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /kalɛ/
Woordafbreking
  • ka·le

Zelfstandig naamwoord

kale

  1. vocatief enkelvoud van kal

Zelfstandig naamwoord

kale

  1. datief enkelvoud van kala
  2. locatief enkelvoud van kala

Turks

enkelvoud meervoud
nominatief   kale     kaleler  
genitief   kalenin     kalelerin  
datief   kaleye     kalelere  
accusatief   kaleyi     kaleleri  
locatief   kalede     kalelerde  
ablatief   kaleden     kalelerden  

Zelfstandig naamwoord

kale

  1. fort, vesting, burcht, slot, kasteel
  2. (schaak) toren, kasteel
  3. (sport) doel, goal
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.